De duik in het diepe

Ik proest het uit, kijk verschrikt om me heen. Dit kan niet waar zijn. Met mijn mond en neus vol water vrees ik dat dit me nooit zal lukken. Ik ben aan het verdrinken in een bad van ocharme anderhalve meter diep. Alles heb ik gegeven.

Zwemmer met witte badmuts van bovenaf gezien, doet vlinderslag

Springen is makkelijker dan zwemmen

De aanwijzingen van de coach zo goed en zo kwaad als mogelijk opgevolgd. Eerst mijn rechterarm zo ver mogelijk uitstrekken, dan hand draaien en horizontaal onder me door trekken. Maar helaas. De totale overgave op slechts – ik durf het bijna niet te schrijven – vijf meter van de kant waar ik vertrokken ben. Nee, het leren crawl zwemmen een aantal jaren geleden was geen lachertje. Maar toen ik eenmaal de vrije slag onder de knie had, wilde ik meer, wilde ik langere afstanden, wilde ik sneller. Eerst lag ik uitgeput aan de kant na tweehonderd meter. Na een tijdje ging ik vlotter door vijfhonderd meter, vervolgens duizend meter, en zo naar bijna twee kilometer. De belangrijkste klik maakte ik toen ik de afstanden kon loslaten. Het maakte me niet meer uit hoeveel keer ik de kant tikte, het genieten nam het over van het tellen.

Ontslag en verandering

Het was dan ook niet toevallig dat ik na mijn ontslag, begin juli 2012, het zwembad indook. “Ik ga niet rond de pot draaien”, hadden ze me de boodschap gebracht. “Het gaat niet goed met het bedrijf. We moeten je laten gaan. Het ligt niet aan jou. Jij bent fantastisch, alleen is de economische situatie dat niet.” Het was een ontslag zoals er velen vandaag een te verwerken krijgen. Ploegend door het water vergeleek ik mijn twee opties. Of ik zou de stijl die me vertrouwd was gaan zwemmen in een andere baan. Of ik zou radicaal een nieuwe zwemslag leren. Het werd het laatste. Vacatures bij mediabedrijven liet ik links liggen. Ik rolde alsof het zo hoorde het ondernemerschap in. Want ik kon ook op professioneel vlak een andere slag leren. Bevrijd van strikte werkuren, lange files, hogere managementbeslissingen en regelneverij. Ik won advies in van mensen die al langer in die zee zwommen dan ik, van mensen die een andere visie op het water hadden en mijn stijl konden verbeteren.

Je eigen weg vinden

Nu, een dik halfjaar later, zwem ik steeds soepeler. Zelfs in een vaak woelig en overvol zwembad, met naast mij zowel trage als snelle zwemmers en af en toe iemand die met veel show het water induikt. Ik dein mee op hun golven, maar blijf op mijn baan, met mijn stijl, snelheid, nauwkeurigheid en doel. Al zijn er momenten die lijken op de eerste moeilijke crawlslagen zoveel jaar eerder, momenten dat een stevige kramp me lamlegt, of een offday, waardoor ik sneller dan gepland het water inruil voor de sauna. Op zulke momenten boezemt het ondernemersparadijs me angst in, dan verlamt de onzekerheid me, doet de klant die niet terugbelt me grondig twijfelen en vraag ik me af waarom beslissingen nemen zo lang kan duren. Over deze normale ondernemerstwijfels heb ik zelden horen praten tijdens mijn vele interviews met startende ondernemers. “Het moeilijkste is de duik in het onbekende”, klonk het steeds. Dat betwijfel ik vandaag. Springen doe je op adrenaline, op gevoel dat je goud in handen hebt, op een wolk van vertrouwen in jezelf. Het moeilijkste is het leren zwemmen ná de duik. Al is dat net ook het heerlijkste…

Getuigenis | Hermans, H., De Cocon, jaargang 11, editie 66

Uit het boek In-Zicht, waarin 100 ondernemers hun grootste inzicht delen.

Terug naar uit De Cocon

Abonneren op De Cocon